Kunstkaart

Er was een grasveld met bomen erlangs. Er stonden veel schuurtjes en een groot huis. Vroeger woonden papa, mama, ik en Jelle daar. Jelle en ik zijn groot en wonen nu ergens anders. Mama woont op een flat want papa en mama zijn aan het scheiden. Nu woont mijn vader er met Tijger de kat. De tuin is heel mooi en het is de warmste dag van het jaar. De tuin is voor publiek bereikbaar via een gang naast het huis. Achterin de tuin is een installatie te zien van gras en tapijt. De afmetingen zijn 15 bij 5 meter, de grootte van de bovenverdieping van mijn ouderlijk huis. Er zijn afdrukken van balken in het gras gemaakt. Op deze plekken is het gras verstikt doordat die balken er ruim twee weken hebben gelegen. Het bijschrift: “Sporen” De lijnen in het gras staan voor de muren in mijn ouderlijk huis. Tezamen vormen zij een platte-grond van de bovenverdieping. Tussen de lijnen ligt het tapijt, waarover wij als gezin liepen. Ik naar mijn kamer, Jelle naar zijn kamer en Papa en Mama naar hun kamer. In de gang staat nog steeds een afdruk van de kast, waarin winterkleding en bedden-goed lag. De kast staat voor vertrek: mama heeft de kast meegenomen. Papa heeft het hekje om het trapgat rood geverfd en het tapijt is vervangen voor klik-laminaat. Vroeger was het wij vieren tegen de wereld, nu ieder voor zich. In dit project neem ik afscheid, van het tapijt, maar vooral van de sporen die erin zijn gesleten.