Pia van der Drift Coppes (1940)

Pia van der Drift-Coppes, beeldhouwster
Werkt in steen, op ambachtelijke wijze
Figuratief en abstract werk in verschillende steensoorten
Thema’s van haar werk: menselijke relaties /gevoelens en de natuur
Opleidingen : beeldhouwopleiding “ ‘t Duvelhok “ Tilburg
specialisatiegraad beeldhouwen Kunstakademie Mol
Lid Kunstkring” ‘t Pierement “ in Mol
Werk in openbaar bezit :
Gemeente Mol
Sint Maria-Instituut Geel
Expo’s : Mol – Leuven –Lubbeek - Diest - Lineart /Gent – Geldermalsen – Bladel – Tilburg – Wezel
--------------
Haar eerste experimenten met steen ontstonden in de zestiger jaren. Zij werd vooral geboeid door het ritmisch kloppen in steen, maar ook in metaal en hout. De definitieve keuze voor steen werd pas vele jaren later gemaakt. Pia kende ook periodes waarin zij andere technieken beoefende, o.a. textiele werkvormen, modeltekenen, aquarelleren. In die technieken volgde zij menige opleiding.
Zij koos definitief voor steen, na het volgen van een opleiding in ‘t Duvelhok in Tilburg, waar zij de liefde voor het zuivere handwerk n.l. het kappen in steen met een vuistje (hamer) en een beitel weer hernieuwde.
Ze studeerde af op de academie voor schone kunsten, afdeling beeldhouwen, specialisatiegraad.
Pia werkt in eigen atelier. Urenlang kun je haar ritmisch horen kloppen, op zoek naar het beeld dat haar voor ogen staat, tot het uit de steen tevoorschijn komt.
Haar werk kent duidelijk twee stijlen: een figuratieve en een abstracte. Twee stijlen, die ze beiden even graag hanteert. Voor haar vullen ze elkaar aan als yin en yang. Na de beperkingen, die het figuratieve werk eist n.l. het je constant beheersen en het voorzichtig je weg zoeken, is het vrijere van het abstracte werk voor haar een welkome afwisseling. Ook het wisselen van steensoort speelt daarbij een belangrijke rol. Het hardere van de marmers en de kalkstenen, die zij voornamelijk voor haar figuratieve werk gebruikt, met het zware hakwerk met vuistje en beitel, naast het zachtere van de albasten en de spekstenen voor haar meer abstracte werk en het daarbij behorende urenlange schuur- en polijstwerk, boeit haar telkens weer.
Thema’s die zij veelvuldig hanteert zijn - menselijke relaties en gevoelens op velerlei wijzen en - de natuur in soms duidelijk herkenbare, soms meer abstracte vormen. In beide werkvormen toont zij haar grote liefde voor al wat leeft. Dit uit zich vooral in de rondere vormen, die haar werk kenmerken, de daaruit voortvloeiende behoefte om haar werk aan te raken en zo de vormen als het ware mee te beleven. Dit geeft, naast het kijken, een extra dimensie aan haar werk.



  1. PEACE
  2. GENESE
  3. SATISFACTION
  4. LA DOLCE VITA
  5. CLOSE FOREVER
  6. EVOLUTIE
  7. EXPANSIE
  8. MEDITATIE
  9. EVENWICHT
  10. ONTPLOOIING
  11. PHENICE
  12. POSE
  13. BEVRIJDING
  14. VAN NODE