Moniek Buursink (1984)

Jong Talent 2006, Hoge school voor de Kunsten Arnhem, ArtEZ.

Als kunstenaar ga ik aan het werk met een idee. Meestal iets voor het kind in mijzelf, iets waarmee ik kan spelen. Ik begin te werken, te zoeken en uit te proberen. Al spelend komen er verschillende koersen waaruit ik een keuze moet maken. Ik creëer en ben in mijn eigen wereld en beleving, die meestal bestaat uit beweging, machines en fysieke objecten. Momenten van afstand komen door mensen die mijn werk zien of doordat ik uit mijn werkplaats moet treden. Dan zie ik wat ik gemaakt heb en zie ik naast mijn idee ook veel andere wegen. Deze overweeg ik, ga ik geheel of gedeeltelijk in. Aan het einde is het van belang dat mijn werk me trots kan maken, een stiekeme glimlach kan ontlokken. Het werk is dan van iedereen. De toeschouwer gaat verder met interpreteren en associëren waardoor het werk blijft groeien.

Beoordeling docenten: 8