Denise Bouritius (2008)

Beschrijving Werk Denise Bouritius

Aan de muren kleven mijn herinneringen, op de straat ligt mijn bloed. De lantarenpalen laten mijn onzekerheden zien. De stad kent mij in mijn volle glorie. Niks kan ik voor haar achterhouden. De stad weet het zonder dat ik iets hoef te zeggen. Mijn donkerste geheimen staan als graffiti op de bruggen gekalkt, alsof het niets is. Overal is er een onzichtbaar spoor, dat alleen ik kan zien. Altijd in diezelfde straat kijken waar mijn oma heeft gewoond. De stad kent mij, maar ik ontdek de stad. Die Langzaam vervormt, naar het landschap van mijn geheim. Dit landschap staat niet stil, het wordt opgevuld met nieuwe herinneringen. Ik ben er ook bewust van dat er langs mijn herinneringen de herinneringen van iemand anders druipt. Dat gegeven vind ik fascinerend. De stad is de toon van mijn geheim en de toon van mijn waarheid. Een toeschouwer kan een toon tegenkomen, waar hij of zij zich mee kan identificeren zonder mijn persoonlijke geheimen te kennen. Het geheim, het persoonlijke deel van de stad komt uit mijn dagboeken en uit mijn schetsboek waar ik teksten in geschreven heb. Die teksten worden verwerkt in het beeld, zonder dat het letterlijk of figuratief is.

Thematiek,
Naast het ervaren van de tijd en de bewustwording van het heden heb ik door mijn herinneringen een verhaal te vertellen. Doordat ik bepaalde dingen heb mee gemaakt, weet ik dat ik niet de enige ben. De reden die het versterkt om autobiografisch werk te maken, is dat ik honderd procent zeker ben van wat ik toen voelde. Iemand anders kan het zich alleen voorstellen. Het pure gevoel en de emoties zorgen ervoor dat ik echt mijn hart en ziel kwijt kan in mijn werk. Dit is ook de reden dat autobiografische muziek, boeken, films en kunst een grote inspiratiebron voor mij zijn. Het is voor mij net als bij bluesmuziek. Meestal zijn deze nummers geschreven over het leven dat de muziekkant leidt, de dingen die hij heeft meegemaakt en je voelt dan echt het verdriet en de pijn in de muziek. Als iemand luistert naar deze muziek, geeft de luisteraar zijn eigen interpretatie aan de hand van wat hij of zij zelf heeft meegemaakt. Het gaat mij om zichtbaar en zegbaar maken wat nog niet eerder zichtbaar of zegbaar was, op zoek zijn naar de waarheid omtrent mezelf, verbindingen leggen tussen mezelf en de ander, tussen privé en openbaar, tussen kloktijd en innerlijke tijd, tussen man en vrouw en tussen de verschillende lagen van mezelf.

Licht,
Net zoals het leven paradoxaal is, is voor mij kunst ook allesomvattend. In mijn werk zijn er paradoxale aspecten aanwezig: de haat-liefdeverhouding met de stad, de leegte en de diepte, het tijdelijke en vluchtige dat in mijn werk te zien is, staat tegenover de tijdloze schilderkunst.
In het werk dat ik maak speelt licht een belangrijke en grote rol. Licht is van groot belang in mijn leven. Als het donker om mij heen is, zorg ik altijd voor een lichtpuntje waar ik me op kan focussen. Zonder het donkere te ervaren, kun je geen licht zien en andersom. Licht is voor mij het ultieme paradoxale. Zonder licht kun je niks zien, maar licht kan ook verblinden. Licht kan tot in detail alles laten zien, zo scherp als een mes, maar licht kan er ook voor zorgen dat je alleen het hoognodige ziet. Licht laat kleur zien en laat kleuren leven. Daarentegen kan licht ook alles vervagen en de kleuren filteren. Naast het feit dat licht verheldering geeft, geeft het donkerte; een schaduwspel die de werkelijkheid doet verbloemen. Het licht in mijn werk heeft massa en is overheersend in haar aanwezigheid. Het soort licht dat mij aanspreekt is het licht dat vervaagt, het licht dat alleen laat zien wat er toe doet, mysterieus licht, juist omdat alles zo tegenstrijdig is. Het licht creëert op het oog een leegte maar tegelijkertijd diepgang.

Leegte,
In geen van mijn werken zijn er mensen te zien. Het gaat bij mij ook niet indirect over mensen, omdat het mijn herinneringen zijn die aan de gebouwen kleven. Herinneringen zijn eenzaam en spelen zich af in je hoofd. Niemand ziet de toon van mijn herinneringen in de stad. Vandaar dat er geen mens te bekennen is. Dit zorgt er ook voor dat het universeler is en het geeft ook reikwijdte voor de toeschouwer voor zijn eigen interpretatie. Door deze leegte zijn het bewustzijn van tijd en de verhoudingen in de werkelijkheid verstoord. Je kunt niet zien welk jaargetijde het is en ook het dagdeel is moeilijk of niet te zien. Dit omdat de gebouwen niks verklappen of loslaten. Ook de mens kan tijdsaanduidingen laten zien. Dit is ook een van de redenen van de afwezigheid van de mens. Een herinnering of gebeurtenis is niet in tijd te meten en staat daardoor buiten de economische tijdklok. Ook de wisselwerking van detaillering en abstrahering benadrukt de leegte, wat versterkt wordt door de kleur. De kleur- en grijstinten zijn zorgvuldig uitgekozen. De wisselwerking met het licht zorgt voor ruimte in het werk, maar laat ook ruimte over voor de toeschouwer. De tinten zijn horizontaal of verticaal opgezet om zo de ruimtelijkheid sterker weer te geven. De abstractie in mijn werk is streperig opgezet. Je ziet de lagen door de penseelstrepen heen. De realistische delen in het werk zijn volledig of deels vlak zichtbaar. Doordat er alleen de leegte van de gebouwen te zien is, kun je moeilijk vatten hoe hoog de gebouwen zijn, hier zijn figuren of andere objecten voor aanwezig die als maatstaf kunnen dienen.

De Toeschouwer,
Ik wil dat de toeschouwer zijn eigen interpretatie vormt bij mijn werk, dat er een intermezzo plaats, waarvan de druppels van hun herinneringen, glijden over mijn doek. Ik wil dat ze later nog eens terug denken, aan mijn werk of dat ze er over praten. Ik wil niet de toeschouwer iets opleggen of hem verplichten om bepaalde kennis te hebben of verplicht stellen om een tekst te lezen om zo het werk te kunnen begrijpen. Echter kan het ook zo zijn, dat door een korte tekst bij een werk het werk net iets meer diepgang krijgt. Het werk wordt ook steeds abstracter en leger om zo ook de toeschouwer meer reikwijdte te geven. Ik hoef niet alles bloot te geven om de echtheid te bewaren.


Manier van werken
Een mens van vlees en bloed, zo ondoorgrondelijk, ik ben mezelf vreemd, mijn lichaam is me vreemd. Het universum wordt verwerkt binnen mezelf. Een geur, een melodie een straat of lichtinval is als een druppel in stilstaand water. Een onbeschreven blad, dat keer op keer beschreven wordt, de sporen die achter blijven, je kunt zo hard gummen, maar ze blijven altijd voelbaar. Die geur, die melodie, die straat of lichtinval zijn prikkelingen, als zout in een wond, als een eerste zoen of als een afscheid van een geliefde. De stad is de toon van mijn geheim, de wereld is de toon van ons geheim. De sterren heb ik mij toegeëigend met herinnering van toen, de sterren zijn eeuwig toegeëigend met herinnering van jou. Jij ziet niet wat ik zie, jij voelt niet wat ik voel. Ik kan vertellen wat ik voel, maar dat doet het tekort. Ik kan laten zien wat ik bedoel. Jou eigen interpretatie daarvan, is als een druppel in stilstaand water, een geur, een melodie, een straat.



  1. Intermezzo van het licht,
  2. Conflict dialoog
  3. Goud
  4. paradox kermis
  5. Transformatie naar het zijn,
  6. Gouden onrust
  7. Intermezzo van het licht 2
  8. schoonheid van verlangen