Ineke de Jong

Van 1978 – 1983 volgde Ineke de Jong de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam, waar zij afstudeerde op Ruimtelijke Vormgeving.
Van 1987 - 1989 volgde zij de lerarenopleiding Handvaardigheid aan de Hogeschool Rotterdam.

Vanaf 1984 is haar werk op veel exposities door heel Nederland en ook in België en Duitsland tentoongesteld. O.a. in het Rosarium Boymans van Beuningen, Pictura te Dordrecht, Artihove te Bergschenhoek, AZK te Königswinter en Etienne de Wulf te Gent.

Werk in Stock bij Galerie 58 te Waddinxveen en Galerie Hofland te Rhoon.

De keramische objecten van Ineke de Jong kenmerken zich door een ranke, fragiele stroomlijning.
Reizen is de thematiek van haar werk, niet alleen letterlijk in de vorm van verplaatsing, maar ook het reizen van de geest, die altijd onderweg is en overal indrukken opdoet.
Op haar letterlijke reizen verzamelt zij “stukjes natuur”, die in haar atelier vaak de weg naar de objecten vinden.

In de bootvormen zoekt zij naar harmonie in kleur en vorm, maar ook in betekenis.
Zij gebruikt diverse symbolen, zoals uilenkopjes (wijsheid), vissenstaarten (vrijheid) en gesluierde vrouwenkopjes (onderdrukking).
Vaak zijn de geabstraheerde figuren in conversatie, op zoek naar harmonie.

In de ijle schaalvormen is het thema vederlicht verwerkt, zowel letterlijk als figuurlijk, met stroomlijning die is afgeleid van de vogelvlucht.
De glazuren verwijzen naar sferen uit de natuur, van heldere sterrennachten tot zonnige zomerluchten.

Als reactie op haar vederlichte werk is zij onlangs gestart met “loodzware”objecten, die geschikt zijn voor de buitenruimte. In deze werken is vaak letterlijk lood toegepast.
De thematiek sluit geheel aan bij haar andere werk.

  1. Starry, Starry night
  2. Yellow River
  3. This eye enlightens the universe
  4. Gold Wire
  5. Fisherman's Friend
  6. Elevation 2
  7. Tail in the Waves
  8. You can keep your Head up
  9. Down to earth
  10. Purper Delta
  11. Golden Iris
  12. Conversatie I
  13. De Ziener I
  14. Helios & Nephèle
  15. Eau de Lavande
  16. I don't know, which way the wind will blow